De kern van de problematiek ligt niet eens zozeer bij de staatsschulden in
Europa. Of, zoals door sommigen verondersteld, op de rentes die op deze
schulden betaald moet worden.
Nee, het echte probleem ligt een stuk dieper. Het betreft het probleem dat
sommige landen in het zuiden van Europa de concurrentie met Noord-Europese
landen niet aan lijken te kunnen. Op voor de concurrentiepositie van een
land belangrijke zaken als infrastructuur, onderwijsniveau,
arbeidsmarktdynamiek en overheidsefficiëntie scoren zij veelal simpelweg
minder goed.
Klip-en-klaar gesteld werkt men in het zuiden van Europa niet efficiënt genoeg
voor het loon dat men ontvangt. Of zijn de lonen er te hoog. Het is maar hoe
u het bekijkt – het komt uiteraard op hetzelfde neer.
Doordat de lonen in Zuid-Europa, afgezet tegen de productiviteit aldaar, te
hoog liggen kan men nauwelijks concurreren met bedrijven in het noorden. De
export van Zuid-Europa stelt dan ook maar weinig voor terwijl er juist wel
veel geïmporteerd wordt. Dat is niet vreemd: vanwege de relatief lage
productiviteit en relatief hoge lonen is import juist relatief goedkoop.
Gevolg van bovenstaande is een aanhoudende recessie en depressie in het
zuiden van Europa. In combinatie met torenhoge werkloosheidscijfers. In
Spanje bijvoorbeeld bedraagt de werkloosheid inmiddels al 22,8%. Van de
Spaanse jongeren zit ongeveer de helft (!) werkloos thuis.
Argentinië
Net als de landen in Zuid-Europa nu kende Argentinië ruim 10 jaar geleden
dezelfde problemen. Het land had eerder besloten haar munt te koppelen aan
de Amerikaanse dollar. Argentinië ontnam zich hierdoor als het ware zelf de
mogelijkheid om, net als de Zuid-Europese landen nu, haar munt te kunnen
devalueren. Of om zelf geld bij te drukken.
Financiële markten beseften meteen dat hierdoor het inflatierisico - als
gevolg van een devaluatie of het bijdrukken van geld - van beleggingen in
Argentinië sterk gereduceerd werd. De lagere inflatieverwachting had tot
gevolg dat de Argentijnse rente spectaculair daalde (dit lijkt op de
situatie in onder andere Griekenland, niet?).
De Argentijnse economie draaide met een stortvloed aan 'goedkoop geld' een
tijdlang fantastisch. De Argentijnse overheid kon goedkoper lenen dan ooit.
De huizenmarkt floreerde. En de lonen, uitkeringen en pensioenen konden
jarenlang lekker opgeschroefd worden. De tijden waren beter dan ooit
tevoren!
Maar vanwege de loonstijgingen - aan de productiviteit zelf veranderde niet
veel - kon Argentinië de concurrentie met haar buurlanden niet langer aan.
Aanvankelijk kon dit probleem nog worden 'opgelost' door het aangaan van
meer schulden. Maar op een gegeven moment begon de rente wel te stijgen...
Argentinië raakte in een recessie. Bezuinigingen en hervormingen haalden niets
meer uit. Sterker, ze maakten een al beroerde situatie zo mogelijk nog
beroerder. De werkloosheid liep eveneens gestaag verder op.
Noodleningen
Na vele ontkenningen vooraf moest Argentinië in het najaar van 2000 dan toch
bij het IMF aankloppen voor noodleningen. Er was niemand anders die het
totaal niet meer concurrerende land nog van leningen wilde voorzien om
daarmee een bankroet te voorkomen.
Uiteindelijk kreeg het land de noodleningen van het IMF, inclusief een pakket
aan hervormingsmaatregelen. Met deze leningen konden anderen leningen worden
afbetaald. Maar aan de economische situatie in het land zelf veranderde
eigenlijk niets.
Ruim een jaar later - op 5 december 2001 - gaf het IMF aan ook niet alsmaar
nieuwe leningen aan Argentinië te willen verstrekken. Argentinië was nu
failliet. De koppeling met de dollar werd verbroken en de nieuwe Argentijnse
munt implodeerde in waarde. Bezitters van Argentijnse obligaties waren hun
geld grotendeels kwijt.
Opleving
Maar door de loskoppeling van de dollar en de daaropvolgende forse devaluatie
werden Argentijnse producten voor het buitenland van de ene op de andere dag
spotgoedkoop. De export floreerde al snel. En ook de arbeidsmarkt herstelde
vlot. Binnen vier kwartalen na de loskoppeling van de dollar was alweer van
economische groei sprake. En opmerkelijk genoeg: enkele jaren daarna was de
Argentijnse economie alweer hersteld tot het niveau van voor de crisis.
Argentinië moest de koppeling met de dollar uiteindelijk loslaten omdat het
IMF weigerde nog langer noodleningen te verstrekken. Zolang landen als
Griekenland een beroep kunnen blijven doen op de Europese noodfondsen zal
het euro-experiment vervolgd kunnen worden. Harde bezuinigingen en
hervormingen zullen 'part of the deal' blijven. De recessie, depressie en
massawerkloosheid zullen waarschijnlijk tevens gewoon aanhouden. Voor de
Griekse bevolking een weinig aantrekkelijk vooruitzicht.
Voor de Griekse bevolking zelf en in het bijzonder voor Griekse jongeren is
een euro-exit daarom nog niet eens zo'n verschrikkelijk slecht alternatief
als velen veronderstellen. Een sterk gedevalueerde drachme 2.0 betekent na
een aanvankelijke economische shock uitzicht op herstel. Vasthouden aan de
euro betekent voor de Griekse bevolking vooralsnog niets anders dan
vasthouden aan economische misère.
Hendrik Oude Nijhuis heeft zich jarenlang verdiept in de strategieën van 's
werelds beste beleggers en is tevens oprichter van warrenbuffett.nl
over de beleggingsstrategie van Warren Buffett. Deze column is niet
bedoeld als individueel advies tot het doen van beleggingen. De auteur bezit
geen aandelen Berkshire Hathaway.
Lees ook:
Meer
artikelen van Hendrik Oude Nijhuis
Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl